Het 30 oktober, het is bijna 20 graden.
Toch moet het er een keer van komen. Hij moet de wal op.
In november zijn er al veel afspraken in weekends, van zeilen komt niets meer.
Andere jaren is de vaart naar de kraan meestal een koude en natte aangelegenheid. Zo niet dit jaar.
In alle vroegte met de auto naar Dronten. Daar het vouwfietsje uit de auto halen en naar Urk fietsen. Het is zuidenwind, dus ik heb mazzel.
Boot klaarmaken en vertrekken. Ik maak nog een laatste foto van Urk. Over 5 maanden ben ik weer terug.
Het wordt een uiterst relaxed tochtje, windje 3. Ik laat mister Vee sturen en begin vast met het schoonmaken van het dek. De enige manier om de randjes langs de puttings en ander beslag schoon en algvrij te krijgen is met een tandenborstel. Het is met dit weer geen straf.
Mister Vee heeft het met dit lichte weer en met flinke variatie in windsterkte moeilijk. Ik neem het over.
Dan kom ik bij de Ketelsluis.
We gaan 5 meter naar beneden.
Bij Gicom antivries door de motor laten lopen en dan op de wal.
Het onderwaterschip is wel vies, maar er zit nog geen schelpje op. Ook het roer, dat ik met Melkfett heb ingesmeerd heeft veel vieze bruine aanslag, maar geen schelpen of mosselen.
De schroef, die ik in het voorjaar heb gemonteerd, hangt er nog net zo bij, allen blinkt hij niet meer. Ik sprenkel wat naaimachineolie op de lagers van de beweegbare bladen.
Ik kalibreer nog even de windmeter, die in een schuine stand bovenop de mast gemonteerd is. Die is alvast klaar voor het volgende seizoen.
Ik laad de auto vol met de zeilen, kussens, schoten en landvasten. Schoonmaken komt volgende keer wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten