Vrijdag

Vrijdag, weinig wind, een leeg IJsselmeer.
Een paar weken voor de Small Ships Race.
Aantal zaken checken: oliepeil carter en keerkoppeling. Inventaris noteren (boeken, kleding, kaarten, manuals, veiligheidsmiddelen); ik weet nooit precies waar wat ligt. Ligt die handmarifoon nou thuis of ergens in de boot. Waar heb ik het thermo-ondergoed.
Boot schoongemaakt, zowel van buiten als van binnen. Wc gecheckt; het werkt.
Ik heb inmiddels een joon overgenomen. Een enorm gevaarte. Ik twijfel of ik die nog wel wil monteren op het hek. Het is al zo vol daar: de sling met vaste lijn, de nationale vlag, 2 landvasten, de windvaan stuurinrichting, de antenne voor de navtex en de losse boei met lamp.


Er waait een laf oostenwindje. Het is warm, beetje dreigende bewolking.
Voor het eerst de gennaker op. Ik blijf het een spektakel vinden. Dan gijpen met de gennaker. De schoot voor de kluiver langs in het water gooien tijdens de gijp en met de pikhaak aan het andere boord weer oppikken.
Het ging nooit zo gemakkelijk. Het is goed oefenweer.

De dreigende lucht en het beginnede gespetter jaagt me weer de haven in.


Op weg naar de parkeerplaats kom ik langs een monument.

De namen van omgekomen vissers rondom. De laatste dateert van 2016.