Uitvoerig en
zorgvuldig was de voorbereiding. Obsessief bijna. Ik hield mezelf voor
dat blikvernauwing voorafgaande aan het evenement de concentratie ten
goede kwam.
Aan alles was
gedacht; techniek, boekwerken, kaarten, touwerk, tuig tot en met de
boodschappen. Alleen een handdoek was ik vergeten. Maar er waren nog
keukenhanddoeken.
Het wordt een solotocht dit jaar, want Jikke moet helaas voor school een opdracht uitvoeren.
Op zondag vertrek ik met flinke wind uit het zuidwesten. Dat is nou precies waar ik heen
moet. Zonder kluiver en met een rif rijd ik op de golven Lelystad
tegemoet. Vooral het eerste stuk, lagerwal, lijkt wel een rodeo.

Bij de Houtribsluis is er iets kapot aan de brug. Na een vertraging van anderhalf uur
kan ik verder.
Opnieuw lagerwal, nu
op het Markermeer. De vaart gaat er behoorlijk uit. 2 tot 2,5 knopen.
Zo kom ik er niet. Ik haal het rif er uit en zet ook de kluiver. Dat scheelt,
zowel in helling als vooral ook in snelheid.
Voorbij Marken gaat
de wind wat liggen en waait uit steeds andere hoek. Dat levert een
merkwaardige track op. Voorbij de Block van Kuffeler heb ik er genoeg
van en start de motor.
In de kom voor
Durgerdam mooi ankerplaatsje gezocht.
Maandag
De
Schellingwoudebrug draait pas om 10 uur en die mis ik ook nog.
Ik vervolg mijn weg.
Het is druilerig weer, het miezert.
Om 15.00 uur knoop ik
uiteindelijk vast naast mijn mede-small shippers. Inspektie aan boord
voor de veiligheidsmiddelen.
Met de laatste
gribfiles probeer ik een route te bepalen met de weatherrouting
plugin van OpenCPN. Ik zou er in een mum van tijd moeten zijn, want
ik heb de hele tijd “downwind”. En dat terwijl het west tot
zuidwest voorspeld is. Of ik doe iets niet goed, of het werkt gewoon
niet.
Dan maar handmatig
plannen. Veel maakt het allemaal niet uit, want veel variatie is er
niet in de windrichting.
Dinsdag
Palaver om 05.00 uur
na een goede nachtrust. We gaan, uiteraard, want de wind is zeker
niet hard.
 |
op weg naar de start tussen de pieren |
Om 06.00 precies
vaar ik tussen de pieren door. Een forse branding met hoge golven
staat me buitengaats te wachten. Maar na een kwartiertje nemen ze af
en kan ik best goede snelheid maken aan de wind. Zo’n 4,5 toto 4.8
knopen. Daar mag ik met grootzeil en fok best tevreden mee zijn.
He, de windmeter
doet het niet. Vervelend, maar niet onoverkomelijk. Ik vaar nu
noordelijk van de TSS. Mijn plan was om snel naar het zuiden te gaan.
Ik kijk op het
scherm. De kaart is niet meeverschoven tijdens mijn verplaatsing. Dan
moet je even het scherm centreren en dan is alles weer oke. Maar nu
niet. Rechts boven in het scherm zie ik geen groene balkjes, maar is
het rood. OpenCPN krijgt geen GPS-data van mijn positie door.
Wat nu? Mijn positie
wordt dus niet geplot in de kaart. Ik kan niet zien waar ik ben. Hoe
kan dit? Ik begrijp niet zo snel wat er kapot is. Ik overzie het
probleem niet. Positie kan ik nog wel aflezen van het scherm van de
marifoon. Blijft het hierbij of gaat er straks nog meer uitvallen. Ik
kan elk uur de positie in de papieren kaart zetten. Maar wat als er
nog meer kapot gaat. Wat als ik in het donker aankom bij Harwich.
IJmuiden is nu nog in
zicht. Ik hak de knoop door. Ik ga terug.
Met toch een flink
gevoel van verslagenheid aanvaard ik de terugreis. Op het NZ-kanaal
analyseer ik het probleem.
De winddata doen het
niet, OpenCPN ontvangt geen positie.
Er is wel positie op
de marifoon.
Ik open het
debug-window van OpenCPN: leeg… Geen datastroom.
OpenCPN krijgt de
data van de multiplexer.
De multiplexer ontvangt data van sensoren (GPS, windrichting en windsnelheid, diepte, snelheid door het water, AIS) en geeft die door in een stroom NMEA data aan de boord-pc, die dat allemaal op het schermpje zichtbaar maakt. Valt de multiplexer uit, dan ontvangt de pc die data niet meer, ook al werken alle sensoren goed.
De marifoon ontvangt GPS- en AIS-data buiten de mux om, dus in het scherm van de marifoon blijven die data wel zichtbaar.
Voeding van de
multiplexer gemeten, die is in orde. Het instelprogramma van de mux
gestart: er kan geen connectie worden gemaakt met de mux. Dan is er
een probleem met Windows, of met de usb-kabel of met de mux. Als ik
de kabel uit de pc haal zie ik dat er 1 com-poort minder overblijft.
Windows is dus in orde, die herkent alle poorten. Jammer ik geef
Windows graag de schuld.
Blijven over de
kabel en de mux. Ik houd het op de mux. Ik demonteer het apparaat om
het terug te sturen naar de leverancier.

Ondertussen vang ik flarden van gesprekken op van de small ships racers op kanaal 77.
Op het Markermeer
kom ik op de gedachte dat ik nog een Raspberry Pi aan boord heb met
een losse GPS muis. Daarop recente kaarten geinstalleerd en klaar
voor gebruik.
Ik plug de RPi in en
heb een prima beeld. (Maar geen AIS).
Waarom kwam ik daar
nou niet eerder op. Die gedachte ergert en verontrust me.
Had ik dat nou niet op de Noordzee kunnen bedenken?!
Nee. Terugdenkend aan de momenten op de Noordzee realiseer ik me dat ik het
probleem niet snapte. Ik wist niet wat er stuk was dus ik wist ook niet hoe ik het kon omzeilen. Achteraf had ik best anders kunnen besluiten, maar op dat moment leek dit de juiste beslissing. Ik had de AIS-weergave niet kunnen herstellen, een funktie die ik helemaal bij solovaren toch wel erg belangrijk vind.
Ook speelde mee dat ik solo voer. Met z'n tweeen was de beslissing vast anders uitgevallen.
Toch verdomde
spijtig. Alleen de GPS-muis inpluggen in de pc had waarschijnlijk het
plotten alweer mogelijk gemaakt.
Daar kan ik nu mooi
een jaar over gaan nadenken.