NB24

NB24

maandag 7 oktober 2013

Najaar

Het is alweer oktober. Het jaarlijkse motoronderhoud is verricht. Nog een paar weken zeilen en dan gaat de Titaantje weer op de wal. Dit keer met de mast erop. Ik hoef geen klusjes meer in de masttop te doen en op de kant staat hij door hoge bomen redelijk goed beschut. Alle boten om mij heen hebben de mast staand. Vorig jaar was ik één van de weinigen met een gestreken mast. Ik ga het maar eens proberen.
Het was een mooi zeiljaar. De Small Ship Race naar Lowestoft was direkt al het hoogtepunt, maar ook de zomervakantie op de wadden was fantastisch. Na de eerste bescheiden wad-ervaring vorig jaar (Den Oever-Oude Schild en weer terug) heb ik nu wat langer op de wadden kunnen vertoeven.

De eerste dag, solo, kruisend van Urk naar Medemblik, was de heftigste; een harde noordwestelijke wind en felle buien. Op de foto zie je de buien al, maar er was op dat moment nog niet zoveel wind. Die liet niet lang op zich wachten; een rif in het grootzeil en een deels ingerolde fok.
Bij de Rotterdamse hoek overwoog ik zelfs even een tweede rif. De volgende dag met mildere omstandigheden naar Den Oever. Daar was ik al zo snel dat ik besloot maar gelijk door te gaan naar Oude Schild. In Oude Schild kwam even later een

Drascombe in de box naast me liggen. Ik raakte aan de praat met Frits, de schipper. Ook hij had de wind en de hoge golven van de vorige dag op het IJsselmeer solo varend met zijn Drascombe getrotseerd; je hebt altijd baas boven baas. Ik vind dat een North Beach 24 vergeleken met een 30-voeter meer zeilgevoel biedt; de golven zijn niet altijd even fijn en de kuip biedt geen beschutting tegen regen en wind, maar je voelt wel dat je aan het zeilen bent. Het is handwerk. Een grote boot snijdt schijnbaar onaangedaan door de golven; comfortabel, maar minder levendig, om niet te zeggen saai. Het is maar wat je zoekt.
Maar als het om het zeilgevoel gaat is een Drascombe wat mij betreft de baas. Dat is nog veel meer terug naar de basis. Ik heb grote bewondering voor hen die zich met een Drascombe op groter water begeven.
Jikke, mijn dochter, belde op. Ze wilde graag meevaren. Dat was een geweldige verrassing. Solozeilen vind ik prima, maar gedeelde vreugde is nog meer genieten. En alleen eten en de avond doorbrengen blijf ik maar miserabel vinden. Ik haalde haar de volgende dag van de pont en we gingen de volgende route plannen. Het doel was Terschelling. We vonden een route, rekenden uit hoe laat we de meest ondiepe plek moesten passeren. Het rekenwerk kost mij nog veel tijd. De volgende dag vertrokken we tegen 11.00 uur, rekening houdende met de hoogwater-kentering bij het ondiepe punt. Het was magnifiek. Lekker weer, goede wind uit de juiste richting; alles was bezeild. Wat een prachtig gebied. Navigeren was in deze omstandigheden niet moeilijk. Stroom heb je in de geulen mee of tegen, dus je wordt niet zijdelings weggezet. De rust was opvallend. Pas bij het Inschot en helemaal op de Vliestroom werd het druk met de armada die afkomstig was van Kornwerderzand en Harlingen. Frits, die met zijn Drascombe een half uurtje eerder vertrokken was richting Vlieland en die we verwachtten in te halen, hebben we niet meer gezien. We hebben zijn snelheid duidelijk onderschat. 's Avonds kregen we zijn sms-berichtje dat hij een prima overtocht had gehad. Ook voor hem was het zijn debuut op het wad.
Tegen 20.00 uur liepen we de haven van West-Terschelling binnen. We waren niet de enige North Beach 24; de "IJsvogel" lag er ook al.

3 Dagen later zetten we de reis weer voort. We wilden naar Harlingen, maar dan niet over de snelweg, maar de ondiepe route Oosterom-Riepel-Oost Meep-Vlakte van Oostbierum-Kimstergat. Er waren twee kritische ondieptes, de Riepel en de Vlakte van Oostbierum.  Om de laatste wantij over te kunnen mochten we niet te laat vertrekken, maar dan zou er op de Riepel misschien nog te weinig water staan. In alle vroegte, om 06.00 uur, verlieten we West-Terschelling. We beleefden het ochtendgloren ten volle; een bijzonder begin van de dag. De Riepel kwamen we zonder problemen over, met opgehaald midzwaardje hielden we nog zeker 30 cm water onder de kiel. Het hele traject zagen we niet meer dan 5 boten. Het Kimstergat bleek volledig betond te zijn, wat ik niet had verwacht. Dat maakte een en ander weer gemakkelijk. Inmiddels was het gaan regenen.
Harlingen aanlopen was wel even wennen. Ik was er nog niet eerder met mijn boot geweest. Het is druk, overal komen boten vandaan: veerponten, vrachtboten, sleepboten, bruine vloot en zeiljachten. Je moet voortdurend om je heen kijken. Maar 3 kwartier later vond ik een mooi plek in de Noorderhaven. Tevreden terugkijkend op een route, die niet elk kieljacht kan maken...
De volgende dag, inmiddels weer alleen, want Jikke is in Harlingen afgestapt, richting Kornwerderzand en vervolgens Urk. Mister Vee verleende goede diensten. De hele tocht over het IJsselmeer kon ik me bezighouden met inpakken, schoonmaken en koffiedrinken.
Hopelijk is het de komende weken nog goed zeilweer. Inmiddels ga ik nadenken over de winterklussen.
  • In elk geval wil ik de zwaardkast een beurt geven. Vorig was hij zodanig gestut op de bok dat het zwaardje er niet uit kon. Daar ga ik nu rekening mee houden als hij in de singels hangt.
  • Verder overweeg ik een andere schroef; een autoprop, die veel minder remt als je zeilt. Snelheid is niet het sterkste punt van de North Beach 24. Dat is ook niet erg; er zijn genoeg eigenschappen waar hij naar mijn smaak in excelleert: stabiliteit, zeewaardigheid, geschiktheid voor solozeilen, gebalanceerd roer, variabele diepgang, een alleskunner. Toch is het prettig als de remmende werking van de schroef tijdens het zeilen vermindert.
  • Ook wil ik nagaan of er niet een beter systeem te realiseren valt voor het rolsysteem van de kluiver. Er bestaan furler-systemen, bedoeld  code-Zero, die vliegend gevaren zeilen oprollen. Voorbeelden zijn de Nex van Profurl, de Code-X van Selden en de Facnor FX-serie. In het voorlijk zit een anti-torsielijn, die de draaikracht van de trommel (onder)  met een geringe vertraging overbrengt op de wartel (boven). Eigenlijk is dit niets anders dan wat ik nu gebruik, het ziet er alleen gelikter uit. Wel ben ik benieuwd naar de "antitorsielijn". Zou dit een verbetering kunnen zijn van het huidige voorlijk? Iets om bij de zeilmaker na te vragen.Het oprollen van de kluiver bij veel wind, zodanig dat de kluiver ook goed opgerold blijft, vind ik nu een zwak punt; het onderlijk rolt goed op, maar bovenin blijft het achter. Het zit daar erg los, bij veel wind gaat het dan steeds verder ontrollen en klapperen. Juist met veel wind wil je dit niet hebben. Het strijken van een klapperende kluiver met veel wind en hoge golven is nauwelijks te doen. Dit leverde me al eens een stuk geschavielde kluiverval op.