Dinsdag 14 mei vertrek uit Urk richting Amsterdam, waar ik mijn
zeilmaatje zal oppikken. Mooie wind, kruisen naar Lelystad. Daarna
onderweg bij Kniest een reddingsvlot ophalen. Loodzwaar geval.
's Avonds aanmeren in de Sixhaven.
Woensdag een relaxed tochtje over het Noordzeekanaal. In IJmuiden verzamelen in de loop van de dag alle deelnemende small ships.
16 mei, het vertrek.
Om 05.30 palaver op de
steiger. Er is geen wind, we krijgen het advies om de eerste uren, tot
aan de uiterton te motoren. Het is namelijk wel de bedoeling dat we op
vrijdagavond op tijd bij het diner kunnen aanschuiven in Lowestoft. Om
06.00 uur varen we tussen de pieren door. Het is zonnig, koud en geen
wind. Een relaxed begin. Ik had het me anders voorgesteld, maar de tocht
is nog lang...
Tijd
genoeg om de elektronica te testen. De AIS werkt naar behoren. Alle
kuren met OpenCPNzijn opgelost sinds de upgrade van Ubuntu naar de
laatste versie.
In de verte zien we onmiskenbaar bruinvissen! Ze blijven op afstand.
Om
15.00 uur stoppen we de motor eindelijk. Er is nu een lekker windje,
die geleidelijk toeneemt tot meer dan 20 kn. De zon is inmiddels verdwenen
en heeft plaatsgemaakt voor een dik wolkenpak. Het gaat regenen. De
regen zal pas 's avonds laat ophouden. Het wordt een erg koude en natte
avond. Maar we zeilen en hard ook. Steeds meer dan 6 knopen, maximale
snelheid was 7.2 kn. We proberen de gennaker bij te zetten, maar het
blok bij de kluiverboom, waar de talie doorheenloopt, zit niet helemaal
goed. Daardoor staat de halshoek veel te hoog en is op deze halvewindse
koers de gennaker geen succes. We strijken hem en lopen daarna met
grootzeil, fok en kluiver veel lekkerder. Het is, ondanks de regen en de
kou, genieten. Ik kom al snel tot de conclusie dat met mijn boot varen
op de Noordzee fijner is dan varen op het IJsselmeer. De deining is niet
onprettig, er zijn geen steile golven waar je snelheid op verliest.

Van
autonoom navigeren maken we niet al te veel werk. Het is per slot van
rekening onze eerste oversteek. We gaan min of meer gelijk op met de
Parel, de andere North Beach 24, en blijven die in het zicht houden. De
marifoonrondjes om de 2 uur zijn een welkome afwisseling. Je beseft weer
dat je niet alleen onderweg bent. Overigens vind ik het erg druk met
vrachtverkeer; op de heenweg is er nauwelijks een moment geweest dat we
niet een vrachtboot in zicht hebben!
De grootste uitdaging 's
avonds is warm en droog blijven. Dat lukt maar gedeeltelijk. IJskoude
handen en voeten. Doet me terugdenken aan schaatsen op de vaart als
klein jongetje. Toen kon je het ook zo intens koud hebben. De warme
drankjes, soep en hapjes zijn zeer welkom. Henri, mijn zeilmaatje, heeft
de proviand ingeslagen. Hij moet gedacht hebben dat je bij zo'n eerste
oversteek op alles voorbereid moet zijn, want we hebben genoeg
mondvoorraad om door te zeilen naar Amerika.
Fijn is het ook om het sturen te kunnen afwisselen met verblijven in de kajuit, waar het een stuk warmer is.
Om
ongeveer 01.30 komt de Engelse kust in zicht. We zijn stram en
verkleumd. We hebben niet geslapen. Dat leek ons niet nodig, omdat we
vrij snel "over" zijn. Nu moet er een keuze gemaakt worden hoe we om de
banken heen zullen manoeuvreren. Ik heb me voorbereid op de zuidelijke
route, om de S holm-boei heen en dan naar het noorden. Deze optie is nu
niet zo aantrekkelijk, omdat de stroom zuidgaand is en er een
noordenwind staat. Via de marifoon horen we dat ook anderen aan het
heroverwegen zijn. De Parel gaat over de bank heen. De kaartdiepte op
het ondiepste punt is 2,5 meter en daar komt de rijzing nog bij. Onze
diepgang is door het ophaalbare midzwaard variabel van 0,85-1,60 meter.
De zee is rustig. Het lijkt een logische keuze die wij, onervaren als we
zijn, graag overnemen. We zoeken de E newcome, vinden hem ook wel, maar
het lukt niet

goed om er in het stikdonker naartoe te koersen. Hij lijkt zich te
verplaatsen. Het plaatje verandert iedere keer. Na 3 kwartier proberen
zijn we het beu, strijken we de zeilen, starten de motor en dan lukt het
wel. We realiseren ons dat de stroming ons heeft weggezet en dat we
ons daardoor niet goed konden oriënteren. We leren veel op deze tocht.
Hoe was het ook al weer? Van grondkoers naar kompaskoers altijd eerst
voor de stroom corrigeren!
Lowestoft
We
hebben het gehaald! We zijn wel een beetje trots op onszelf. De
ontberingen onderweg hebben we toch maar getrotseerd. Ik loop rond in
een overwinnaarsroes, of is het slaapgebrek... Dezelfde gemoedstoestand
bemerk ik bij de anderen tijdens de borrel en het diner in de Royal
Norfolk & Suffolk Yacht Club.
Na een dagje uitrusten en een
bezoekje aan het nabijgelegen Norwich maken we ons op voor de
terugtocht. De internetverbinding van de jachthaven is weggevallen. We
hebben dus geen beschikking over
Bracknell-kaarten en gribfiles. We horen dat de wind zondag pas later
op de dag komt opzetten uit het noordoosten en dat in de loop van de
avond en nacht zal krimpen naar het noordwesten. De meerderheid zal
omstreeks 11.00 uur vertrekken. Wij willen daar niet op wachten. Het
zelfvertrouwen is duidelijk toegenomen. Om 06.30 uur verlaten we
Lowestoft in een
prachtige
ochtendzon. Het is eindelijk droog en zonnig en dat zal zo de hele dag
blijven. Er is nog niet veel wind. Het is genieten: het oranje-gele
licht, de kalme zee, de blauwe hemel...
We gaan op de motor
bij hoog water kort na de kentering weer over de bank. Dan hijsen we de
zeilen en kan de motor uit (geluksmomentje). Het gaat lekker, aan de
wind. De windsterkte wisselt. Na een tijdje moet de moter toch weer even
bijgezet omdat we vrijwel stilvallen. 's Middags krimpt de wind naar
het noorden en hijsen we de gennaker. Uren achter elkaar kunnen we zo
varen. Dan valt de wind weg en starten we de motor maar weer.
We
vermaken ons met fotograferen, het maken van melige filmpjes, eten en
drinken (we weten ons aardig door de voorraad heen te slaan) en met de
berichten over de marifoon. We horen dat de anderen enkele uren na ons
zijn vertrokken. Ook de groep met grotere Nederlandse zeiljachten komt
ons achterop. Ook zij hebben te kampen met dezelfde wegvallende wind. We
krijgen een verstekeling aan boord: een boerenzwaluw. Kennelijk om uit
te rusten, hij lift anderhalf uur mee en vliegt dan weer weg. Al die
tijd zit hij in en op de kajuit op nog geen meter afstand.
Aan het eind van de middag verdwijnt de zon (achter altostratus bewolking)
en wordt het een stuk kouder. De hele avond kan er gezeild worden, al
gaat het nog niet erg hard. Om 23.30 naderen we de uiterton van de
IJgeul, de aanlooproute naar IJmuiden. Om de beurt gaan we even slapen.
Redelijk fit varen we om 06.45 tussen de pieren van IJmuiden, het
laatste stukje weer op de motor.
We besluiten om de boot maar
gelijk door de varen naar de ligplaats op Urk. Op het Markermeer
ontmoeten we de vorige eigenaren van de Titaantje, toen nog Noorderzon
geheten. De Noorderzon stak de Noordzee ettelijke keren over. We wisten
al dat de boot de tocht aankan, maar nu weten we dat dit ook voor de
bemanning geldt.