Het is 30 september.
![]() |
Met de trein naar Akkrum, het laatste stukje met de fiets naar de jachthaven. Titaantje snel klaarmaken en dan vertrekken.
Het is een beetje nevelig.
Al spoedig is het niet meer een beetje, maar zie ik geen hand meer voor ogen. Dikke mist. Ik doe de navigatielichten aan, let op AIS bewegingen op het schermpje, en vaar voorzichtig en goed oplettend verder. Ik ben toch verrast als vlak naast mij een platbodem opdoemt. Als ik geen plotter had zou ik nu niet kunnen varen. Tonnetjes zie ik pas als ik er al vlakbij ben. De eerste brug nader ik heel voorzichtig.
Voorbij het Sneekermeer is de mist ineens verdwenen. Als ik achterom kijk zie ik een grote wolk op land en water liggen.
Friesland is toch wel heel mooi ....als het zo rustig is.
Als het water wat breder wordt, het Coevorder Meer, ga ik aan de schoonmaak. Het dek en de kuip zijn aan de beurt. Bij Lemmer is de klus geklaard.
En dan in de was.
Voorbij Lemmer nog wel een akkefietje. Net uit de sluis steek ik iets af als ik om die pier of landtong aan stuurboord heen vaar.
Met een half oog op de dieptemeter gaat het ....niet goed.
Ik loop aan de grond. Geen getijen hier.
Het zwaard blijkt al helemaal ingeklapt te zijn. Gelukkig blaast het beetje wind dat er staat me niet verder naar de kant.
Ik rol de fok uit, doe de motor volle kracht vooruit en ga op het voordek de boot heen en weer laten wiebelen. Het lukt! Eerst centimeter voor centimeter, maar dan ben ik los. Pfff. Beschamend idee om hiervoor een hulpdienst te moeten inschakelen.
Ik hijs de zeilen, maar er staat te weinig wind. Het wordt motorzeilen. Maar nu kan ik wel zien dat de nieuwe buiskap past!
Nu dek en kuip in de was.
Bij Urk (daar moet ik toch even een foto van maken) is het klaar.
Ik ga de zeilen eraf halen en opdoeken. Beetje gedoe op het voordekje, maar het lukt. Als ik bij de Ketelhaven ben is het klaar.
Het is inmiddels 18.00 uur. Ik vaar het IJsseloog binnen en wordt direct bevangen door de stilte en het natuurschoon. Er liggen 2 andere boten voor anker. Dat doe ik ook, wat een fantastische ankerplaats is dit.
De volgende ochtend vaar ik om 08.00 uur weg.
Het is weer wat mistig, maar de overkant kan ik wel zien.
Een half uurtje later ben ik door de Ketelsuis (5 meter verval) en weer een uurtje later staat Titaantje weer op de wal.